Het kerstarrest van de Hoge Raad heeft bepaald dat de heffing over vermogen in box 3 strijdig is met het Europese recht van ongestoord genot van het eigendom en het verbod op discriminatie. Deze uitspraak heeft lang op zich laten wachten. Voorlopig worden (om budgettaire redenen) alleen belastingplichtigen die tijdig bezwaar hebben gemaakt, gecompenseerd.
Wij hebben indertijd tijdig bezwaar gemaakt voor vrijwel al onze klanten met een relevant vermogen in box 3. Inmiddels komen de verminderingen in grote getalen binnen op ons kantoor.
Bij de berekening van het box 3-inkomen zou de Belastingdienst uit moeten gaan van het werkelijk behaalde rendement. Wegens capaciteitsgebrek is dit voor hen niet uitvoerbaar gebleken. Om die reden heeft het kabinet een beleidsbesluit gepubliceerd waarin wordt uitgewerkt hoe het rechtsherstel moeten worden vastgesteld. Daarin wordt opnieuw uitgegaan van forfaitaire percentages (zie hieronder):
Forfaits | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Spaargeld | 0,25% | 0,12% | 0,08% | 0,04% | 0,01% |
Beleggingen | 5,39% | 5,38% | 5,59% | 5,28% | 5,69% |
Schulden | 3,43% | 3,20% | 3,00% | 2,74% | 2,46% |
Dit beleidsbesluit wordt overigens ook gebruikt om rechtsherstel te verwerken in alle aanslagen die nog niet onherroepelijk vaststonden.
Deze nieuwe percentages komen erop neer dat vooral belastingplichtigen met relatief veel spaargeld een teruggave zullen ontvangen en wordt om die reden wel de “forfaitaire spaarvariant” genoemd.
Wij hebben inmiddels al vele verminderingen gecontroleerd en vastgesteld dat deze inderdaad worden verleend conform het beleidsbesluit. In de regel zal dit naar onze mening ook redelijk zijn en volstaan. Klanten die het niet eens zijn met deze percentages omdat deze nog steeds veel hoger zijn dan het werkelijke door hen behaalde rendement kunnen nog verder rechtsherstel krijgen via een ambtshalve verzoek. Als ons ambtshalve verzoek wordt afgewezen dan kunnen we daar tegen in beroep bij de rechtbank.
We moeten dan wel een uitgebreide specificatie per beleggingscategorie krijgen van onze relaties met de werkelijke lagere beleggingsrendementen.
Geen bezwaar gemaakt?
Als wij niet tijdig bezwaar hadden gemaakt, dan hadden onze relaties pas op Prinsjesdag uitsluitsel gekregen of rechtsherstel wordt gegeven voor de onterecht geheven box-3-heffing. Wel zijn drie scenario’s bekendgemaakt over de mogelijke vormgeving van dat herstel en de daarbij gemaakte overwegingen. De drie scenario’s bestaan uit geen herstel (1), volledig herstel (2) en gedeeltelijk herstel (3). Bij scenario 3 worden verschillende varianten van rechtsherstel uitgewerkt, al dan niet rekening houdend met het belang van kleine vermogenden. De gevolgen van de scenario’s worden momenteel uitgewerkt.
Varianten derde scenario
De varianten van het derde scenario zijn:
• rechtsherstel volgens de forfaitaire spaarvariant met maximering van het herstelbedrag (bijvoorbeeld € 500 of € 1.000);
• rechtsherstel volgens de forfaitaire spaarvariant tot een maximum aan vermogen (bijvoorbeeld € 200.000);
• uitkering van een vast of variabel bedrag buiten de fiscaliteit om;
• verhoging van het heffingvrije vermogen tot bijvoorbeeld € 100.000 met terugwerkende kracht.
Koopkrachtnood breekt wetten
Het blijft dus nog even afwachten voor deze groep, maar gezien het kabinet de handen vol heeft aan het compenseren van de koopkracht op Prinsjesdag hebben wij weinig vertrouwen in een (ruime) compensatie.