Goud van oud
Nog niet zo heel lang geleden werd mijn indertijd 60-jarige collega verbaasd aangekeken door zijn leeftijdgenoten. Inmiddels wel met pensioen maar toen werkte hij nog volledig! Er is sindsdien veel veranderd. Ondanks de grote demonstraties op het museumplein in 2004 zijn de VUT en het prepensioen vrij kort daarna afgeschaft. De AOW- en pensioeningangsleeftijd is voor velen ook al met twee jaar opgeschoven naar de 67e verjaardag. Kortom, er wordt verwacht dat mensen steeds langer blijven werken.
Veel werknemers zijn de laatste jaren noodgedwongen ontslagen. Maar de laatste tijd is er bij steeds meer ondernemers toch weer enig optimisme te bespeuren. Vaak wordt er dan het eerst aan gedacht om nieuwe arbeidsplaatsen in te vullen met “goedkope” jonge werknemers.
“Oudere” werknemers (vijftigplussers) vinden daardoor niet gemakkelijk een nieuwe baan. Ze worden als duur en minder flexibel bestempeld en zouden een groter ziekte- en arbeidsongeschiktheidsrisico met zich dragen. Voor werknemers die inmiddels AOW ontvangen geldt nog een extra bijzonderheid. Normaal eindigt een arbeidscontract van werknemers namelijk veelal zodra de eerste AOW wordt ontvangen. Dat wordt natuurlijk lastig ingeval een ondernemer een AOW-er in dienst wil nemen. Dat vraagt goede afspraken.
Arbeidsrechtelijk hebben oudere werknemers met een vast contract ook dezelfde positie als jongere werknemers (voor ontslag is dus een vergunning nodig).
Werkgevers staan om die redenen enerzijds dus niet te trappelen voor de “ouderen”. Maar er zijn anderzijds best ook veel voordelen verbonden aan indienstneming van een oudere werknemer. Zo beschikken ze over een ruimere werkervaring waardoor zij eerder leiding kunnen geven en breder inzetbaar zijn. Ook zijn ze meestal goed gemotiveerd en hebben een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Daarnaast dragen zij geen zorg (meer) voor jonge kinderen en zijn daarmee flexibel inzetbaar.
Voor werknemers met AOW zijn geen werknemerspremies meer verschuldigd. Het inkomstenbelastingtarief ligt ook lager zodat ze netto meer overhouden van een zelfde beloning als jongere werknemers.
Onze regering probeert indienstneming van oudere werknemers daarbij ook aantrekkelijker te maken. Zo kan een werkgever drie jaar lang een zogenaamde mobiliteitsbonus krijgen van maximaal € 7.000 bij indienstneming van een uitkeringsgerechtigde van 50 jaar of ouder. Per 1 januari 2015 wordt dit vermoedelijk wel verhoogd naar 56 jaar of ouder. Voorwaarde is verder dat deze groep werknemers op zijn minst het minimumloon moeten gaan verdienen.
Bij ziekte moeten AOW-ers gewoon worden doorbetaald (tot het einde van een contract voor bepaalde tijd). Als ze inmiddels voor onbepaalde tijd in dienst zijn is de doorbetalingsplicht eveneens twee jaar (net als bij jongere werknemers).
Daar gaat vermoedelijk verandering in komen! Volgens de plannen hoeft een werkgever dan bij ziekte nog slechts zes weken loon door te betalen. Ook komen er minder verplichtingen tot re-integratie. AOW-ers krijgen in de voorstellen recht op het minimumloon. De termijn om een tijdelijk contract (tot maximaal 36 maanden) aan te gaan met een gepensioneerde wordt vermoedelijk ook verder verruimd.
Het wordt steeds duidelijk wat er van onze “ouderen” wordt verwacht en dat ze dus niet snel zullen worden “afgeschreven” voor de arbeidsmarkt. Nu nog werk!
Bent u geïnteresseerd en wilt u hier meer over weten?
Bel of mail mij gerust en stel uw vraag.
Bel 0252 417 450 Mail js@kromhoutlisse.nl